Bij Kinderfysiotherapie Groei! kunnen kinderen terecht met problemen in de sensorische informatieverwerking vanaf de geboorte tot aan 18 jaar.
Sensorische informatieverwerking heeft te maken met de zintuigen. Met de zintuigen die iedereen wel kent kan je ruiken, proeven, horen, voelen en zien. De minder bekende zintuigen zijn echter minstens zo belangrijk, zoals het evenwichtsorgaan en de zintuigen in gewrichten en spieren, om goed te kunnen bewegen.
Al tijdens de zwangerschap ontwikkelen de zintuigen zich. De baby hoort diverse geluiden, voelt continu de aanraking van het vruchtwater en beweegt zelf en wordt bewogen. Het eerste levensjaar legt vervolgens een belangrijke basis in het leren verwerken van de diverse zintuiglijke prikkels, die van belang zijn voor de sensorische-motorische informatieverwerking en de ontwikkeling van het brein.
Sensorisch informatieverwerkingsprobleem
Alle zintuigen werken de hele dag samen, zodat er goed kan worden gereageerd op de omgeving. De zintuigen laten ons weten dat we bij een rood stoplicht moeten stoppen, dat we bij een volle blaas naar de wc gaan en dat we een hete pan met pannenlappen vastpakken. De zintuigen bestaan afzonderlijk van elkaar maar werken samen om als één geheel te functioneren.
Als dit niet gebeurt, dan kan er sprake zijn van een sensorisch informatieverwerkingsprobleem. In dat geval komen informatieve prikkels uit de omgeving sterker binnen, of juist minder sterk. Het kind neemt deze informatie rommelig waar, waardoor het anders reageert op de omgeving. De zintuigen werken niet goed samen. Dat heeft invloed op het gedrag van een kind. Dat gedrag kan door anderen als vreemd, druk, onhandelbaar of afwezig worden ervaren. Maar in werkelijkheid krijgt het kind informatie over de wereld anders binnen. Prikkels kunnen versterkt binnenkomen, dit wordt ook wel overregistratie genoemd en is ook wel bekend als hoogsensitief. De prikkels kunnen ook onvoldoende worden waargenomen, dat is de onderregistratie. En daarbij kan ook sprake zijn van modulatieproblemen, waarbij wisselend op de prikkels wordt gereageerd.
VOORBEELDEN VAN PROBLEMEN IN DE SENSORISCHE INFORMATIEVERWERKING
Het evenwichtsgevoel waarschuwt te snel voor gevaar.
Hierbij is het kind heel gevoelig voor bewogen worden. Zijn zintuigen reageren bij minimale beweging of verandering van houding. Bewogen worden, stoeien en andere wilde spelletjes vindt hij niet prettig. Hierdoor komen deze kinderen wat angstig over en zijn zij meestal minder beweeglijk dan anderen. Dit kan al zichtbaar zijn op de babyleeftijd en kan gevolgen hebben voor de motorische ontwikkeling.
Het evenwichtsgevoel waarschuwt te weinig en wordt niet opgemerkt.
Het kind merkt te weinig wanneer het wordt bewogen. De zintuigen geven te weinig informatie door. Het kind heeft een voorkeur voor beweging, schommelen, bewogen worden, stoeien en andere wilde spelletjes. Het zijn vaak echte waaghalzen en ze hebben moeite met stilzitten. Ze zien geen gevaar.
Het tast- en spiergevoel waarschuwt te snel voor gevaar
Deze kinderen zijn gevoelig voor aanraken: de tast en het houdingsgevoel reageren hierop heel snel. Aangeraakt worden, op schoot zitten en knuffelen vinden deze kinderen niet prettig. Verder zijn ze vaak heel kieskeurig wat betreft het eten en bijvoorbeeld kleding, die ze al gauw ervaren als ‘kriebelig’. Spelen met water, zand, klei en verf is meestal niet favoriet. Ze vinden het al gauw vies.
Het tast- en spiergevoel waarschuwt te weinig en wordt niet opgemerkt.
Hierbij merkt het kind nauwelijks dat het wordt aangeraakt, of dat het zelf iets aanraakt. De zintuigen geven te weinig informatie door. Deze kinderen ervaren hun lichaam minder goed en zijn daardoor vaker onhandig. Ze stoten zich snel en spelen juist wel graag met ‘vieze’ materialen zoals zand, klei en verf.
Informatieverwerking vanuit het gehoor is te veel
Hierbij hoort het kind veel meer dan het zou hoeven horen, zoals het tikken van een klok. Hierdoor is het moeilijk om de aandacht op een juiste manier te richten.
Informatieverwerking vanuit het gehoor is te weinig
Deze kinderen hebben meer moeite met het verwerken van de geluiden die uit de omgeving komen. Het kind lijkt (Oost Indisch) ‘doof’ maar het kost tijd om de informatie te verwerken of komt onvoldoende binnen.
Informatieverwerking vanuit het zien is teveel.
Deze kinderen zien als het ware alles en zijn daardoor snel afgeleid. Ze hebben oog voor detail, maar ook op momenten dat dit niet belangrijk is.
Informatieverwerking vanuit het zien is te weinig.
De informatieverwerking vanuit het zien verloopt te traag, maar meestal mankeert er niets aan de ogen. Deze kinderen hebben meer tijd nodig om te reageren en zijn daardoor vaak te laat, zoals bijvoorbeeld bij het vangen van een bal.
Hoe gaan we te werk?
Bij Kinderfysiotherapie Groei! wordt een uitgebreid onderzoek afgenomen zodat de sensorische informatieverwerking goed in kaart gebracht kan worden. Dit onderzoek bestaat onder andere uit vragenlijst voor ouders en eventueel leerkracht, uit een onderzoek in de praktijkruimte en indien mogelijk, uit een observatie in de omgeving waar de problemen het meest op de voorgrond treden (zoals thuis, op het kinderdagverblijf of in de klas). Indien er sprake is van problemen in de zintuiglijke prikkelverwerking zal een behandelplan worden opgesteld, waarbij het kind diverse manieren gaat leren om de diverse prikkels uit de omgeving goed te verwerken.